Omwille van de commerciële en technologische innovatie inzake waarde- en kortingsbonnen heeft de Europese commissie een nieuwe Europese voucherrichtlijn uitgewerkt. De Belgische btw-administratie heeft deze nieuwe regels, die van kracht zijn vanaf 1 januari 2019, voorlopig uiteengezet in een Circulaire 2018/C/127 (in afwachting van een aanpassing van het btw-wetboek). Deze nieuwe regels hebben een impact voor iedereen die professioneel papieren of elektronische bonnen uitgeeft, tussenkomt bij de distributie ervan of bonnen aanvaardt in ruil voor goederen of diensten.
Wat zijn vouchers?
Men spreekt van een papieren of elektronische voucher wanneer:
- er een verplichting bestaat om de voucher te aanvaarden als gehele of gedeeltelijke tegenprestatie voor de levering van goederen of diensten; en
- op de voucher de te verrichten goederenleveringen of diensten en/of de identiteit van de potentiële verrichters worden vermeld.
Het kan bijgevolg gaan om cadeaucheques, eco-cheques, bioscoopvouchers, vouchers voor toegang tot een pretpark, etc. Vouchers die gratis worden verspreid of een spaarkaart die recht geeft op een aankoopbon worden echter niet beschouwd als een vouchers voor deze regelgeving.
Onderscheid tussen SPV’s en MPV’s
Voor de bepaling van de juiste btw-behandeling dient er een onderscheid te worden gemaakt tussen SPV’s of ‘Single purpose vouchers’ en MPV’s of ‘Multiple purpose vouchers’.
Bij een SPV of een voucher voor enkelvoudig gebruik staat de btw-behandeling van de onderliggende transactie reeds vast bij de uitgifte van de voucher. Bij een uitgifte van dergelijke voucher, evenals bij elke daaropvolgende doorverkoop zal de btw verschuldigd zijn alsof de levering of dienst plaatsvindt. Hieruit volgt dat bij de omruiling van de voucher, de effectieve levering of dienst niet meer belast moet worden.
Alle vouchers die niet vallen onder de SPV’s, vallen onder de restcategorie van de MPV’s of vouchers voor meervoudig gebruik. Op het moment van de uitgifte van een MPV is het nog niet duidelijk welke btw-behandeling van toepassing zal zijn op het moment dat de voucher zal worden ingewisseld. Een concreet voorbeeld van deze categorie zijn de maaltijd- of ecocheques die kunnen worden ingewisseld voor een breed gamma van producten die onderworpen zijn aan diverse btw-tarieven.
Op welk bedrag btw heffen?
Wanneer een SPV wordt (door)verkocht, wordt de btw berekend over de effectieve vergoeding die door de verkoper van de SPV wordt ontvangen van de koper, zelfs als deze vergoeding lager is dan de nominale waarde van de voucher.
Bij MPV’s daarentegen is de btw enkel verschuldigd op het moment van de levering van een goed of dienst in ruil voor een voucher. De ‘normale’ prijs van dit goed of deze dienst stemt echter niet noodzakelijk overeen met het bedrag dat de klant betaald heeft voor de voucher of diens nominale waarde. Daarom voorziet de nieuwe wetgeving dat de maatstaf van heffing voor de betrokken levering of dienst de prijs is die de klant/consument betaalt heeft voor de voucher, verminderd met de btw over de geleverde goederen of diensten.
Wat met niet-gebruikte vouchers die vervallen?
Het gebeurt wel eens dat een voucher al is vervallen voordat deze kon worden ingewisseld. Indien een SPV is vervallen, kan de btw die bij de aankoop is betaald, in principe noch door de verkoper, noch door de consument worden teruggevraagd. Alleen wanneer er gebruiks- en terugbetalingsvoorwaarden worden voorzien waarbij de uitgever de vervallen SPV toch nog zal terugnemen en terugbetalen aan de consument, kan de uitgever alsnog de teruggaaf van de afgedragen btw bekomen.
Aangezien bij de verkoop van een MPV de btw slechts wordt afgedragen op het moment van de omruiling, stelt er zich hier geen probleem indien de voucher is vervallen.